HOE ZIT DAT NOU MET HUURTOESLAG?

Vanaf 2019 wordt de liberalisatiegrens en daarmee de maximale gereguleerde huur weer jaarlijks geïndexeerd. De afgelopen drie jaar was de liberalisatiegrens bevroren op afgerond €711. De nieuwe grens wordt €720,42.

Ook de inkomensgrenzen voor de huurtoeslag volgen de ontwikkeling van de consumentenprijzen (1,37 procent). Het maximum inkomen voor het recht op huurtoeslag komt daarmee in 2019 op €22.700 (eenpersoons) en €30.825 (meerpersoons). Voor senioren liggen die grenzen €25 lager.

Overigens vervallen de maximum-inkomensgrenzen per 2020. In plaats daarvoor komt een glijdende schaal, waardoor de toeslag in stappen lager uitvalt naarmate het inkomen stijgt. Het wijzigingsvoorstel daarvoor is al aangenomen door de Tweede Kamer. De grens voor de inkomensafhankelijke huurverhoging gaat naar €42.436 voor het huishoudinkomen van 2017. Is uw inkomen hoger, dan mag uw verhuurder de huurprijs jaarlijks met een groter percentage verhogen.

Deze regeling is door de overheid in het leven geroepen om scheefhuren te voorkomen en mede hiermee de krapte op de huurmarkt op te lossen. Door hogere inkomens te belasten met flinke huurprijsstijgingen zou volgens de overheid een dergelijke huurder eerder over gaan tot het kopen van een woning. Wanneer we kritisch naar deze constructie kijken kunnen we ons afvragen of zo’n huurder op de eveneens krappe koopmarkt wel terecht kan? Niet alleen in de Randstad maar ook in ons Noord-Limburg kennen we flinke tekorten aan huurwoningen in bepaalde segmenten. Denk hierbij vooral aan levensloopbestendige huurwoningen. Zou het herbestemmen van centraal gelegen leegstaande (winkel)panden een deel van het probleem kunnen oplossen?